Middelbare scholen kunnen vanuit de subsidie basisvaardigheden extra inzetten op het verbeteren van de basisvaardigheden taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheid. Vanuit deze subsidie zet Yuverta Naarden een sterker taal en rekenbeleid neer en is de vmbo-school in staat om leerlingen extra ondersteuning te bieden. In dit artikel vertellen Wim de Boer (docent techniek), Marvin Polfliet (docent wiskunde en rekenen) en Jeroen Coersen (docent economie en maatschappijleer) waarom een aanpassing op het rekenbeleid nodig is en hoe het leerlingen gaat helpen beter te rekenen.

Leerlingen rekenbewust maken

Polfliet: ‘Je bent de hele dag door aan het rekenen. Het is belangrijk dat leerlingen dat weten. Ik geef ze vaak een voorbeeld, zoals je wekker zetten om op tijd op school te komen. Eerst reken je uit hoeveel tijd je nodig hebt om wakker te worden, te ontbijten, je aan te kleden en te fietsen naar school. Daarvoor is besef van tijd nodig en je moet kunnen klokkijken. Dit zijn onderdelen van rekenen. Een ander voorbeeld is het afrekenen aan de kassa. Wat kost het kaasbroodje in de kantine? Hoeveel zakgeld heb je en wat houd je over? Om succesvol mee te doen op school en aan de samenleving moet je kunnen rekenen.’

De Boer: ‘Ons doel op school is om leerlingen rekenbewust te maken. Dit doen we door rekenlessen aan te bieden, maar ook door rekenen in de andere vakken op school te laten terugkomen. Bij ons op school krijgen leerlingen groen praktijkvakken. Bij het vak Tuinontwerp en aanleg leren ze bijvoorbeeld een straat aanleggen. Een rekenprobleem kan dan zijn: Hoeveel zand heb ik nodig om 1 vierkante meter straat te leggen? Of bij het vak bloem: Hoeveel bloemen moet ik bestellen voor mijn bloemworkshop?’ ‘Bij het vak economie moeten leerlingen een tabel kunnen aflezen,’ vult Coersen aan. ‘Zo zijn er nog meer rekenvoorbeelden op te noemen. Het zijn allemaal situaties die leerlingen later in hun beroep of in de samenleving kunnen tegenkomen.’

Verbeteren van het rekenniveau

De Boer: ‘De afgelopen jaren merken we een groot verschil in het rekenniveau van leerlingen. De meeste leerlingen stromen het vmbo in met een laag rekenniveau (onder 1F referentieniveau Meijerink, red.). We zien bijvoorbeeld dat leerlingen niet weten hoe groot een getal is of hoe lang een meter is. Door in te zetten op extra rekenlessen en ondersteuning bij rekenen, verwachten we dat leerlingen rekenvaardiger worden en in leerjaar 4 uitstromen op het gewenste 2F-niveau (eindniveau vmbo basis en kader) en sommige zelfs op 3F-niveau (eindniveau havo). Dat is ons doel.’

‘Concreet betekent dit dat de leerlingen drie tot vier uur per week wiskunde en een uur rekenen krijgen. Leerlingen die het nodig hebben, krijgen een extra ondersteuningsuur rekenen. Daarnaast zitten rekenopdrachten verweven in het lesaanbod van alle schoolvakken. Dit is benoemd in het vakwerkplan van elk schoolvak.
Om leerlingen op weg te helpen bij rekenen, bieden we ook rekenkaarten aan die als hulpmiddel dienen. Op deze rekenkaarten staan tips die je helpen uit jouw rekenprobleem te komen.’

In de rekenles

Polfliet: We maken gebruik van Studyflow, een online oefenprogramma. In Studyflow oefenen leerlingen per onderdeel met verschillende rekenopdrachten. Ze vinden hier extra uitlegfilmpjes, voorbeeldopdrachten en ze toetsen hun vaardigheid. De docent ziet de voortgang van de leerlingen en kan snel inspringen op de onderwerpen die leerlingen moeilijk vinden.’

‘Het online rekenen wisselen we af met traditioneel (hoofd)rekenen in de les. We gebruiken uitdagende werkvormen, waarmee leerlingen te maken krijgen met de rekenregels. Deze regels zorgen ervoor dat zij alle sommen op een logische manier kunnen uitrekenen.’

Meer informatie

Wil je meer weten over het nieuwe rekenbeleid? Neem contact met de werkgroep basisvaardigheden rekenen via vmbo.naarden@yuverta.nl of ga in gesprek tijdens een ouderavond of informatieavond.